Zijn robots nu het probleem?

Lodewijk Asscher heeft de discussie gestart over hoe zaken in onze samenleving t.g.v technologie drastisch aan het veranderen zijn. Jammer is dat de discussie nu bijna alleen maar gaat over ‘de robots die onze banen inpikken’. Terwijl de hele discussie niet over robots zou moeten gaan.

Want robots roepen voor mij toch vooral een beeld op van aardige aan elkaar gelaste stukken schroot die aardig om kunnen gaan met clowns en acrobaten, of een aardig partijtje kunnen voetballen.

Waar het om gaat is dat technologie, nog specifieker, internet technologie, overal zijn intrede doet. In organisaties, in processen, in machines, producten, diensten en mensen. Internet zit straks overal in en dat betekent dat alles verandert.

Drie dingen die in mijn ogen goed zijn om mee te nemen in de discussie:

1. Technologie pessimisme

Ik praat er op podia veel over: Technologie pessimisten. Mensen die enorm vaak de discussie overheersen met negativiteit.

Het zijn mensen die alle technologische ontwikkelingen eigenlijk niks vinden. Angst voor verandering, angst dat je business wordt opgevroten door een ander is wat ze drijft. Kijk naar de stakende taxichauffeurs die Über willen verbieden, of alle protesten rondom Airbnb. Achterhoede gevechten, zoals Hans Breukhoven ze voerde toen de muziekindustrie kennis maakte met de mogelijkheden van internet.

Want paard en wagen zijn ook vervangen door de auto, en de chauffeur wordt nu vervangen door internet technologie. Simpel.

Technologie pessimisten lachen nieuwe ontwikkelingen weg, stikken van de waardeoordelen (‘kinderen hebben geen sociaal contact meer door internet’….Say what??) en geven internet overal de schuld van (‘internet is gevaarlijk, want mijn kind van 12 kan met mijn creditcard zomaar dingen online bestellen’…. Wat is dan jouw probleem? Het internet, of de opvoeding van je kind?).

Pas op dat de hele discussie nu gaat over ‘het probleem’ van de robots, maar kijk eerlijk of het probleem niet bij jezelf ligt. Sta open voor verandering en omarm technologie.

2. Nieuwe banen

Nog veel te weinig wordt er gesproken over alle nieuwe jobs en kansen die we hebben en krijgen! Wat vroeger enkel door grote bedrijven kon worden gedaan kunnen we nu allemaal zelf. Dankzij technologie kunnen we zelf uitgeven, producten maken, services aanbieden en ga maar door.

Dus we kunnen gaan discussiëren over de twijfelachtige toekomst van grote banken, energiebedrijven, winkels, en ga zo maar door, maar we kunnen ook praten over de mega kansen die er liggen voor iedereen die technologie begrijpt, omarmt en op de juiste manier weet te gebruiken.

3. Onderwijs

En dat brengt me bij mijn stokpaardje, het onderwijs. Door Asscher genoemd, maar ondergesneeuwd in de verdere discussie die enkel over de bedreiging van de robots gaat.

Het onderwijs. De plek waar mijn kinderen nog ongeveer hetzelfde doen als ik dertig jaar geleden, waarbij alleen hun wereld volledig is veranderd en is doordrenkt met internet. Waar ‘uit je hoofd leren’ van voor de leerlingen volledig irrelevante content nog steeds centraal staat en waar de focus op die zaken ligt waar je níet goed in bent in plaats van zaken waar je passie en talent zit.

Een systeem dat volledig is gebaseerd op het voorbereiden op een wereld die niet meer bestaat en steeds irrelevanter wordt voor de vorming van de jeugd.

Ik kan het niet beter illustreren aan de hand van bovenstaand plaatje dat een paar weken geleden op een ouderavond van een mavo werd getoond om de mogelijkheden te laten zien voor banen die hun leerlingen kunnen gaan krijgen. De Top 5 wat mij betreft:

1. Ambachtelijk kaarsenmaker
2. Glasblazers
3. Zadel- en tuigmakers
4. Hoefsmeden
5. Uurwerkmakers

Als het onderwijs niet heel rap drastisch vernieuwt vanuit de diepste kern van haar bestaan, dan heeft ze over tien jaar haar bestaansrecht volledig verloren. Ik hoop dat er dan voldoende robots zijn, die de kinderen van mijn kinderen kunnen opleiden en trainen voor de wereld van dan.