Beeldverhalers: Het nieuwe interviewen

Eva, Jeroen, Matthijs en Humberto behoren tot de top van Nederland als het gaat om presenteren en interviewen. Zij bedienen het grote publiek langs het ‘klassieke’ kanaal dat televisie heet. De komende jaren zullen we daarnaast een groeiende behoefte zien aan presentatoren die in opdracht van uitgevers, merken, adverteerders en organisaties via internet videoverhalen zullen gaan maken voor gerichte doelgroepen. Ik noem deze nieuwe groep ‘beeldverhalers’ en zij vertegenwoordigen een nieuwe manier van interviewen. 

Wat zijn de kenmerken van deze beeldverhalers, los van talent en plezier dat uiteraard de basis vormt?

beeldverhalers-chart


Media training

Veel mediatrainers zijn ervaren rotten uit de oude televisiewereld. En daarin schuilt een risico. Kijk naar de online helden in de vorm van vloggers, waar de nieuwe generatie kijkers vele uren per dag naar kijkt en zie hoe zij het anders doen.  Presenteren en interviewen is niet meer een kwestie van netjes stilzitten, de juiste bewegingen maken met je handen, luisteren en netjes praten.

Natuurlijk zijn er dingen te leren waardoor het prettiger wordt om naar een gesprek of interview te kijken, maar het gaat minder om de vorm en meer om de inhoud. Voer gewoon een tof gesprek, waar je zelf van geniet.

Klassiek geschoolde presentatoren zullen in de online wereld eerder dingen af moeten leren. 

Iedereen is gelijk

Beeldverhalers hebben de eigenschap iedereen als gelijke te zien. Dit betekent dat het hen in de kern niet uitmaakt wie ze interviewen: Een directeur, minister, loodgieter, kind van vijf of hun moeder. Iedereen is gelijk. We doen allemaal andere dingen en zijn allemaal verschillend, maar in essentie gelijken. Allemaal mensen. Deze eigenschap is handig, omdat de beeldverhalers rustig blijven, ook als er ‘een-belangrijke-persoon’ wordt geïnterviewd. Het is ook maar een mens.

Geen toneelstukjes

Branded content, customer media, sponsored content, whatever. Het maakt mij niet uit wie de video betaalt, maar maak geen kinderachtige gescripte toneelstukjes! De kijker is een normaal mens met normaal verstand en prikt daar enorm doorheen. Dus geen glanzende roze desk met een blonde presentatrice en twee call center directeuren die met behulp van oplopende grafiekjes prachtverhalen vertellen aan de hand van een vooraf bepaald obligaat vraag- en antwoordspelletje. 

Een belediging voor je publiek een belediging voor je gasten en een belediging voor jou als presentator. Kappen met die onzin video’s.


De waarde van een klein bereik

Bij klassieke televisie is maar éen graadmeter: De kijkcijfers. Hoge kijkcijfers betekent dat een programma ‘goed’ is, lage kijkcijfers maakt een programma slecht en haalt het van de buis.

De ontwikkeling die ik voorzie online is wat ik ook wel ‘toegepaste video’ noem; Videoverhalen die niet dienen ter vermaak van de massa, maar die dienen ter inspiratie, als duiding, educatie of om te  informeren richting een selecte doelgroep. Dit betekent een andere rol voor de presentator, omdat je uit mag gaan van een gewild en gericht kijkpubliek die bewust kiest om iets te kijken. Dit is een geheel ander publiek dan een groot publiek dat vermaakt wil worden met nieuws, bn-ers en shownieuws. Je bent daardoor niet bezig met zaken zoals het zolang mogelijk vasthouden van publiek met cliffhangers, het harken naar quotes om maar te zorgen dat je nieuwswaarde creëert en het verzanden in algemeenheden omdat je iedereen moet bedienen.

We zullen gaan wennen aan het feit dat ‘goed’ en ‘waardevol’ niet gelijk hoeft te staan aan ‘groot bereik’. 

Stel je voor dat de Alzheimerstichting een serie gesprekken zou maken over dementie. Met verpleegkundigen, mantelzorgers en andere professionals. Negen van de tien mensen die dit lezen zullen denken: Moah, best saai. De tiende heeft een moeder of vader die beginnend dement is. Voor hem of haar zijn deze gesprekken goud waard.

Ditzelfde geldt voor een serie gesprekken over pensioen, de journalistiek, fotografie, zorg, onderwijs innovatie, architectuur of marketing.


Vragen, doorvragen en afwijken van je plan

Het is een cliché, maar open vragen nodigen echt uit. Dus begin een vraag met wie, wat, waarom, waar, hoe of wanneer. En hou ze dus kort. Vertel er niet een heleboel omheen, maar stel de vraag:

“Waarom doe jij dit? Waarom werd je boos? Wanneer is je carrière geslaagd? Wat is de juiste manier om ermee om te gaan?”

Nog belangrijker is doorvragen. Het wordt zo vaak vergeten, maar het laat een gesprek pas echt rollen.

Voorbeeld:

Gast: “Ik heb veel dingen meegemaakt tijdens mijn studententijd, die bepalend zijn geweest voor mijn carrière” …
Jij: “Wat waren die dingen dan?”

Of:

Gast: “Ik heb nou eenmaal een enorme hekel aan overleggen”
Jij: “Waarom?”

Klinkt logisch, maar gebeurt te weinig. Waarom?

Je hebt een interview of tafelgesprek goed voorbereid en in je hoofd zit het plan waar je ‘langs’ wil tijdens het gesprek. In plaats van actief te luisteren, ben je al bezig met het volgende onderwerp of de volgende vraag. En daardoor mis je al die ‘doorvraag’ momentjes.

Gun jezelf dus om het gesprek te laten ‘rollen’, te laten gebeuren wat er gebeurt, en durf van je plan af te wijken. Wat niet wil zeggen dat je de regie over het gesprek loslaat.

Duiding

De wereld wordt steeds complexer en voor steeds meer mensen wordt bepaalde thematiek steeds moeilijker te begrijpen. Daarnaast leest de mens steeds minder, in ieder geval geen dikke brochures of handleidingen meer, maar kijkt men naar video. De taal van morgen is video. Het eenvoudig en helder kunnen duiden van mensen en hun beweegredenen en van complexe zaken is een onmisbaar talent dat de goede presentatoren de komende jaren steeds meer zal gaan onderscheiden van de rest.

Een belangrijke eigenschap om tot die duiding te komen is om eenvoudige vragen te stellen. De interviewer is niet dommer of slimmer ben dan de gemiddelde kijker. Op het moment dat hij/zij dus dingen niet helemaal begrijpt vraagt de presentator door: “Leg eens uit?”, of “Als je aan je moeder uit moet leggen wat het betekent, hoe vertel je dat dan aan haar?” en doorvragen: “Sorry, maar ik begrijp nog steeds niet goed wat je nou eigenlijk zegt”.

Ook hier dus weer de kracht van het doorvragen.

Oprechte nieuwsgierigheid naar verhaal

Het moment dat de camera draait geldt er maar 1 ding: Je gast, of je gasten. Je wil dingen van ze weten, je wil dingen van ze horen, je wil weten wat ze beweegt en drijft. 

Ofwel: Je bent oprecht nieuwsgierig naar hun verhaal.

Het gaat niet om jouw mening

Ik vind persoonlijk dat je best je mening mag geven. Graag zelfs. Je krijgt dan meer een gesprek in plaats van een interview, iets waar ik persoonlijk erg van hou. Maar het gáat niet om jouw mening. Klinkt als een klein verschil, maar is hartstikke belangrijk. Een hele dunne scheidslijn trouwens, tussen je eigen mening geven en je eigen mening te centraal willen stellen.

Ikzelf was er bijvoorbeeld erg goed in om een vraag te stellen in de vorm van een betoog van een minuut over het onderwerp. De gast hoefde alleen nog maar: ‘Ja, dat klopt’ te zeggen :).  Heb dat in de loop der jaren geprobeerd eruit te rammen. 

Je staat altijd ten dienste van het verhaal, maar de inbreng van je eigen mening en nieuwsgierigheid kan een gesprek op een mooie manier kleur geven.


Humor met respect als vangrail

Humor is een prima element tijdens gesprekken. Het brengt ontspanning en authenticiteit in een gesprek en het is leuk voor publiek en kijkers. Humor is wat anders dan je gasten afzeiken. Denk daar goed over na vantevoren. Hoe scherp, grof, direct kun je zijn in het te voeren gesprek?

Collega Jan van Setten zei ooit: Alles mag, maar met respect als vangrail. Een credo dat ik dagelijks hanteer in mijn presentatiewerk.


Fuck de headset

Ik hoor alle audiopro’s al grommen, maar sorry guys: Fuck de headset! Ok, als je in een rumoerige ruimte moet presenteren, de akoestiek is lastig, het stormt op de set en je moet als presentator 360 in de rondte praten terwijl je in een achtbaan zit, dan kan het handig zijn, maar voor een rechttoe rechtaan interview of talkshow in een studio? 

Gewoon lekker een reversmicrofoon.

Het houdt je hoofd vrij, je ziet er niet belachelijk ‘spacy’ uit en je gezicht en nek zitten tenminste niet bij elk camerashot onder de pleisters. Los van het feit dat ze al-tijd moeilijk gaan doen tijdens het gesprek door los te gaan hangen of van je oor af te glijden. 


Webinars

Bezint eer ge begint. Een goed webinar presenteren is echt ff lastiger dan een interview doen. Het is vaak live, er komen vragen van publiek bij, er is interactie met het publiek, je moet script en tijd in de gaten houden, etc. etc..

Oefen eerst flink met gewoon interviewen en presenteren voordat je webinars gaat doen.


Shut up and listen

Hou je mond. Pure projectie dit, want ik ben een enorme kletsmajoor en oh, wat vind ik luisteren lastig. Maar wat kún je een mooi gesprek maken door heel weinig te praten, veel stiltes te laten vallen en goed te luisteren. 

Probeer het en speel ermee.

Laat jezelf zien

Je hebt het over ‘angst’ met een gast. Vertellen dat je daar zelf ook wel eens last van hebt en dan vragen hoe hij of zij daarmee omgaat, maakt een gesprek persoonlijker. En omdat je zelf ‘open’ bent biedt je de ander de mogelijkheid om ook open te zijn.

Geen trucs om publiek vast te houden

Klassieke TV gaat om hoe je kijkers vasthoudt. Beeldverhalers hebben daar minder mee, omdat kijkers proberen vast te houden ervan uitgaat dat de kijker eigenlijk niet wil kijken. Beeldverhalers denken andersom. Kijkers zijn mensen die bewust geïnteresseerd zijn in het gesprek vanwege een voor hem/haar moverende reden. Trucs om publiek vast te houden hoef je daarom niet te beheersen. Goeie gesprekken voeren wel. En dat kan de beeldverhaler.

Originators

Je kunt de wereld verdelen in ‘originators’ en ‘followers/copycats’. De eerste groep is veruit in de minderheid. Zij zijn de mensen die originele opvattingen, ideeën en meningen hebben of creëren, die vanuit hun eigen entiteit stelling nemen. Zij worden gevolgd en gekopieerd door de rest. Beeldverhalers behoren tot de eerste categorie.